Ga naar inhoud

Peter Moerenhout

Members
  • Aantal items

    806
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Berichten die geplaatst zijn door Peter Moerenhout

  1. Knallen

     

    Wablieft? Nog 'Amoras' albums nadat ons werd gezegd dat die zesdelige reeks een afgerond verhaal zou zijn? Dat ruikt naar geldklopperij...

     

    Niets is echter minder waar. Na de succesvolle Suske & Wiske revamp ‘Amoras’ kregen scenarist Marc Legendre en tekenaar Charel Cambré carte blanch van Standaard Uitgeverij. Waar wilden ze nu eens hun tanden in zetten? Verschillende opties werden overlopen maar de twee kozen uiteindelijk om terug te keren naar de wereld van ‘Amoras’. Een door creativiteit ingegeven beslissing dus, en niet één gebaseerd op winstbejag. (Al twijfel ik er niet aan dat Mijnheer Standaard Uitgeverij zelf zich duchtig in de handen gewreven heeft bij dit nieuws.)

     

    Echter: los van dat alles, geldklopperij of niet, voor ons telt natuurlijk enkel of de strip de moeite waard is om te lezen of niet. Gelukkig kan ik daar volmondig positief over zijn.

     

    Het verhaal speelt zich af voor de zes delen van ‘Amoras’ en volgt de ons bekende figuren op vakantie aan zee. Als bij toeval ligt daar ook het jacht van Krimson. Dat toeval hoort natuurlijk gewoonweg bij Sus & Wis albums, maar het is leuk dat Legendre daar, bij monde van zijn personages, eens mee lacht.

     

    Soit, om een lang verhaal kort te maken: het blijkt dat Lambik Krimson al veel langer kent dan wat iedereen dacht en middels flash-backs wordt ook dat verhaal uit de doeken gedaan. Een plot die redelijk recht door zee gaat, zonder teletijdmachine en bijgevolg makkelijker te volgen dan die van ‘Amoras’. Dat wil niet zeggen dat het verhaal van deze eerste kroniek simpel is. Een derde verhaallijn volgt bijvoorbeeld de uit ‘Amoras’ bekende Jerusalem en toont ons waar zij voordien uithing.

     

    Dankzij de basis die ‘Amoras’ gelegd heeft qua world building en ontwikkeling van de personages krijgen Cambré en Legendre nu de kans om zonder veel uitleg de leefwereld en karakters van de hoofdfiguren uit te diepen en de strip qua plot ook snel voorruit te sturen. Naast de, soms zeer explosieve actie, is ook de humor zeer geslaagd. Het is duidelijk dat Legendre de personages goed in de vingers heeft. Veel grappen komen bijvoorbeeld voort uit de personages zelf en vertellen ons meer over hoe ze denken of wat ze voelen. Zoiets geeft uiteraard altijd een meerwaarde.

     

    Het is echter Cambré die zichzelf nog het meeste overtreft. Hoewel dit eerste deel 54 pagina’s telt is elke pagina een juweeltje. Bij de ‘Amoras’ reeks had ik het gevoel dat er af en toe wat tijdsdruk mee gemoeid was en dat de pagina’s daardoor wat detail misten. Deze keer is daar echter geen sprake van. De decors zijn prachtig en zitten vol verborgen details en grappen. Ook de paginaopbouw is van nog grotere kwaliteit. Cambré is een meester in visueel vertellen en dat zullen we geweten hebben.

     

    Een prequel of vervolg dat beter is dan het origineel, dat gebeurt niet zoveel. Terminator II, Titanic II: Back to the Surface en nu ook “De Kronieken van Amoras”.

     

    De Kronieken van Amoras: De Zaak Krimson Nr. 1

    Tekst: Marc Legendre

    Tekeningen: Charel Cambré

    Beeldmateriaal op mijn blog: https://petermoerenhout.be/2017/04/06/recensie-de-kronieken-van-amoras-de-zaak-krimson-nr-1

  2. Dikdoenerij

     

    Toen ik op de Facebookpagina van een collega recensent een post over deze strip las, vreesde ik het ergste en hoopte ik op het beste. (Hallo Wouter!) Die hoop was echter tevergeefs.

     

    Op de achterkaft staat wat info te blinken die nochtans veel lijkt te beloven. ‘Tannhauser’ is het eerste deel van een reeks, sorry een ‘epos’, in vier delen. Een bewerking van de gelijknamige bestseller van Tim Willocks. (Handen omhoog wie al van deze ‘bestseller’ gehoord heeft.)

     

    Scenarist Benjamin Legrand had blijkbaar geen zin om echt veel werk te verrichten en neemt ogenschijnlijk grote lappen tekst uit de brontekst over. Op zich niet zo heel veel op tegen moesten deze lappen tekst niet oersaai zijn. Ze gaan even hard voorruit als een negentigjarige slak met artrose en staan bol staan van nietszeggende bullshit die vermoedelijk poëtisch of filosofisch bedoeld is.

     

    Wat dacht u bijvoorbeeld van: “Maar het lot in tijden van chaos is nu eenmaal onvoorspelbaar.” Ja? Is dat waar jongen? In rustige tijden is het lot extreem voorspelbaar dan? “Chaos is van alle tijden. Oorlog ook. En die brengt monsters voort...”. Amai zeg. Komt dat tegen.

     

    Eerlijk? Ik heb het opgegeven na een pagina of 5. De tekeningen waren op het eerste zicht nog aantrekkelijk, maar bij nadere inspectie zijn die ook niet helemaal overtuigend. Luc ‘The Killer’ Jacomon is nochtans geen prutser, maar misschien had hij niet veel tijd? Lelijk is het allemaal niet, en de kleuren en de veelvuldige computereffecten verbergen veel onvolkomenheden. Helaas is dat een beetje zoals die man/vrouw, die je dronken mee naar huis neemt en de dag nadien zonder make-up, dronken roes of duister cafélicht mag aanschouwen.

     

    Wegblijven van deze strip.

     

    De Orde Nr. 1: Tannhauser

    Tekst: Tim Willocks & Benjamin Legrand

    Tekeningen: Luc Jacamon

    Casterman

     

    Beeldmateriaal op mijn blog: https://petermoerenhout.be/2017/04/05/recensie-de-orde-nr-1-tannhauser/

  3. Halve Integrale

     

    Voor een beetje Manara mag u me altijd wakker maken en van integrale uitgaven word ik blij. Naar deze strip keek ik bovendien nog meer uit omdat ik ‘De Schakelaar’ nog nooit gelezen had. Groot was mijn verbazing dat deze ‘Integrale’ enkel deel 1 en 2 van ‘De Schakelaar’ bevat en niet deel 3 en 4.

     

    De integrales van een reeks als Blueberry tellen begrijpelijkerwijs meerdere delen, die reeks telt immers bijna dertig delen. Dat Glénat ervoor kiest om de ‘integrale’ van De Schakelaar uit te brengen in twee delen ruikt echter, nee stinkt, naar winstbejag. Temeer omdat de Amerikaanse uitgave van Dark Horse bijvoorbeeld alle vier de delen plus een kortverhaal en nog een volledige strip bevat. (‘Fataal Rendez-vous’) De Amerikaanse versie is dan weer niet ingekleurd.

     

    Zo erg is dat niet. De inkleuring van dit album voegt immers niet bijster veel toe. De inkleurder, die bovendien blijkbaar niet goed of bekend genoeg is om vermeld te worden, tracht een soort naturel te benaderen en simuleert met de hand en met verf ingekleurde pagina’s, maar verpest dat min of meer door loos te gaan met schaduweffectjes. Pas op, slecht zijn de kleuren niet, maar er wild word ik er niet van. De onbekende inkleurder kan Manara zelf zijn uiteraard. Als dat zo is kan ik, na het kijken naar zijn kleurwerk in bijvoorbeeld 'Borgia', enkel concluderen dat de man een zeer slechte week had toen hij deze halve integrale inkleurde.

     

    Manara is in de eerste plaats een tekenaar. Zijn lijnvoering, kadrages en dergelijke meer, zijn fantastisch. Het feit dat zijn vrouwelijke personages de godganse tijd halfnaakt rondlopen is ook geen minpunt. Wat wel blijkt uit deze twee verhalen is dat Manara de verhaallijnen vermoedelijk al tekenend verzon. Echt veel samenhang zit er niet in. In het eerste deel slaagt Manara wonderwel in dit verhaaltechnische kunst- en vliegwerk en weet hij zelfs een mooie filosofische clou aan het einde te breien. Die negeert hij echter straal in het tweede deel. Dat tweede deel is bovendien op veel losser zand gebouwd en hangt met haken en ogen aaneen. Bovendien is het einde zo abrupt dat het bijna niet anders kan dat Manara plots besefte dat zijn door de uitgever toegelaten aantal pagina’s bijna opgebruikt was en hij er maar best een einde aan vastplakte.

     

    De Schakelaar Integraal Nr. 1

    Tekst en tekeningen: Manara

    Glénat

     

    Beeldmateriaal op mijn blog: https://petermoerenhout.be/2017/04/01/2914/

  4. 18 uren geleden, Koen zei:

    Zo hilarisch was het toch niet. 

     

    Kies je reply:

     

    Smaken verschillen waarschijnlijk.

     

    OF:

     

    Volgende discussie:

     

    -Ik vond het wel hilarisch!

     

    -Ik niet!

     

    -ik vindt van wel!

     

    -Jij hebt een dt-fout gemaakt dus je hebt geen gelijk over al de rest dat je zegt.

     

    -etc...

     

    :e005:
     

     

    18 uren geleden, Koen zei:

    De uitleg die in het begin wordt gegeven gaat over gebeurtenissen die niet verstript zijn, die zich in de niet bestaande, ontbrekende delen -96 t/m -85 afspelen.

     

    Dat spreek ik niet tegen.

  5. Wirwar

     

    De Donjonreeks van Joann Sfar en Lewis Trondheim kreeg na het eerste Franstalige album al snel een hele hoop zijreeksen. ‘Donjon Ochtendgloren’, is de prequelreeks en begint dan ook met nummer -99 en zou bijgevolg, hypothetisch gezien, kunnen doorlopen tot de nummers -1 en 0 en nadien naadloos kunnen overlopen in de hoofdreeks. Er zijn al mensen met OCD voor minder in het zothuis beland.

     

    Los van die wirwar aan titels zijn de makers gelukkig slim genoeg om elk album  op zo’n manier te schrijven dat het min of meer op zichzelf te lezen is. In dit deeltje, Nr. -84 – na de regen, wordt de lezer weliswaar  een hele hoop voorgaande gebeurtenissen op het bord gegooid. Trondheim en Sfar zijn echter getrainde scenaristen die net genoeg uitleg geven om nieuwe lezers mee te krijgen en hen tegelijkertijd te doen verlangen naar de aankoop van de voorgaande albums.

     

    De plot is in deze reeksen traditioneel minder belangrijk dan de karakterontwikkeling en de humor. In dit album worden de funderingen van een grote stad langzaam maar zeker ondergraven omdat een hoop rijke industriëlen per se een metrostelsel wil dat hen nog rijker zou gaan maken. Spijtig genoeg zal al dat graafwerk er naar alle waarschijnlijkheid voor zorgen dat de stad door de aarde verzwolgen zal worden. De investeerders vinden het vooruitzicht om meer geld te verdienen belangrijker dan het welvaren van de gemeenschap en willen dat gokje dus wel wagen.

     

    Hyacint, beter bekend onder zijn geheime identiteit als de nachtelijke wreker: “Het hemd van de nacht” is nog aan het bekomen van de dood van zijn vrouw, maar wordt door tal van anderen aangespoord om, met behulp van het moordenaarsgilde, een stokje te steken voor plannen van de booswichten.

     

    Allemaal niet bijster origineel, maar de charme van deze reeks is dat Trondheim en Sfar niets liever doen dan dingen in de plot te introduceren om daar vervolgens de poten vanonder te zagen en dat met doorgaans hilarische gevolgen. Als lezer weet je nooit wat te verwachten, niets is heilig. Dat zorgt ervoor dat elk verhaal al spannend is op zich. In een ‘normale’ strip verwacht men immers dat Hyacint in zijn opdracht zal slagen. In dit verhaal faalt hij niet alleen, hij doet dat nog eens op zo’n onverwacht pijnlijke manier dat men niet anders kan dan de hoed afnemen voor Sfar en Trondheim.

     

    De tekeningen van zijn eveneens niet wat men van een doorsnee fantasy reeks zou verwachten. Tekenaar Christophe Blain goochelt met kriebelige lijnen die eerder in een graphic novel over iemands strijd tegen kanker of over abortus op het Chinese platteland zouden thuishoren. Zulks geëxperimenteer kan ik enkel toejuichen. Wat wel spijtig is, is dat hij zich er hier en daar nogal makkelijk van afmaakt door geen achtergrond te tekenen of die snel, snel bijeen te kriebelen. De lijn tussen kunst en luiheid is vrij dun.

     

    Los van die kleine schoonheidsfoutjes is ‘Na de regen’ een waardevolle en uiterst hilarische toevoeging aan het Donjon Universum.

     

    Donjon Nr. -84: Na de regen

    Tekst: Lewis Trondheim & Joann Sfar

    Tekeningen: Christophe Blain

    Kleur: Walter

    Uitgeverij Silvester

     

    Prentjes en de cover op mijn blog: https://petermoerenhout.be/2017/03/22/recensie-donjon-nr-84-na-de-regen/

  6. Gelukkig zijn er ook nog de tekeningen: extravert, vol emoties en extreem humoristisch.

    = positieve aspecten van zijn tekenstijl. (Vandaar de opening van de zin: "gelukkig zijn er ook nog de tekeningen".)

    Moest Fourquemin iets minder houterig tekenen,

    = een negatief aspect van zijn tekenstijl.

    hij zou toch tot het middel van Franquin kunnen reiken.

    = Franquin is extreem goed. Normaal gezien spreekt men van "niet tot aan de enkels komen van", het middel is hoger dus beter.

  7. Wezenlijk verschil

    Het eerste album van de reeks ‘De Wezentrein’ werd in 2012 in het Frans gepubliceerd. Normaal gezien zou daarop een tweede album volgen dat het verhaal zou afsluiten. Makers Philippe Charlot (scenario), Xavier Fourquemain (tekeningen) en Scarlett Smulkowski (kleur) openen met dit zevende album echter al een vierde verhalencyclus.

    De eerste twee cycli van ‘De Wezentrein’ belichtten een zeer interessant hoofdstuk uit de Amerikaanse geschiedenis. Ongewenste weeskinderen uit de Grote Stad werden op een trein gezet en naar het nog vrij wilde westen getransporteerd. Daar werden ze toegewezen aan hun nieuwe ouders, vaak met kinderarbeid en uitbuiting tot gevolg. Om nog maar te zwijgen van wat zeer jonge meisjes die aan alleenstaande fortuinzoekers werden toegewezen overkwam. Geen al te vrolijke materie dus.

    De makers wisten al vanaf de eerste albums deze onderwerpen te verlichten met de nodige humor en wisten, naast het aankaarten van deze sociaal-historische  thema’s ook te entertainen door de vaart en spanning die de verhalen stuwden. Deze nieuwe cyclus lijkt echter, toch op vlak van het verhaal, een beetje teveel van het goede te worden.

    De verrassende historische details lijken volledig uitgeput te raken en de plot lijkt verwaterd tot twee vrouwen die in het westerndorp waar de actie zich afspeelt de macht grijpen en de mannen een poepie laten ruiken. Uiteraard gebeurt dat aan de hand van allerlei dekselse toestanden. Niets tegen op een dergelijke GRRRL Power insteek, maar het realisme en de grauwe dreiging die het begin van de reeks kenmerkte werd daarmee wel min of meer van de baan geveegd.

    Ook de afwisseling tussen heden en flashback komt in dit zevende deel wat geforceerd over. In de eerste delen informeerden en versterkten die elkaar, terwijl in dit deel het heden er bij de haren bijgesleurd lijkt.

    Dat wil niet zeggen dat het verhaal op geen hol trekt. Het bevat humor, zit goed in elkaar en steekt nog steeds met kop en schouders boven de gemiddelde hedendaagse strip uit. Het is enkel spijtig dat het aanvankelijke niveau niet meer gehaald wordt.

    Gelukkig zijn er ook nog de tekeningen: extravert, vol emoties en extreem humoristisch. Moest Fourquemin iets minder houterig tekenen, hij zou toch tot het middel van Franquin kunnen reiken.

    Voor alle fans een must have en wie nog moet beginnen aan deze reeks zal sowieso fan worden dus voor hen eigenlijk ook.

    De Wezentrein Nr. 7 – Roots

    Tekst: Philippe Charlot

    Tekeningen: Xavier Fourquemin

    Kleur: Scarlett Smulkowski

    Blloan

    Prenten en de cover op mijn blog: https://petermoerenhout.be/2017/03/17/recensie-de-wezentrein-nr-7-roots/

×
×
  • Nieuwe aanmaken...