Ga naar inhoud

Vittorio

Members
  • Aantal items

    1.782
  • Registratiedatum

Berichten die geplaatst zijn door Vittorio

  1. 21 minuten geleden, Lebbercherrie zei:
    Quote

    Ook grafisch gezien is deze Vrijwillig Dood een hele krachttoer geworden. Kverneland maakt er een heuse mixed media van met foto's, donkere aquarellen, knipsels uit eerder werk en tekeningen in zijn geheel eigen undergroundachtige hoekige stijl. Alleen al over de beklijvende cover kun je een hele boom opzetten.

    Wel, zet die boom dan op, is dat niet de taak van de striprecensent? Je kunt over elke pagina een boom opzetten, maar misschien moet je daarvoor een (Duitse) cultuurjournalist zijn? Slechts benoemen in een enkele alinea dat het grafisch een krachttoer is, "heuse mixed media", da's wel heel pover
     

  2. 30 minuten geleden, JPAR zei:

    Ik ga even kijken.

     

    Edit: staat er niet in.

    De reeks klopt in elk geval wel. Dit is te lezen op de wiki-pagina van Sjors en Sjimmie:

     

    Quote

    De gag waarin Sjors en Sjimmie vragen of de slager varkenspoten heeft werd in 1992 hergebruikt voor een lang verhaal.

     

    varkenspoten.jpg

  3. Als je googelt op Stripverhaal en Varkenspoten (je moet toch wat tijdens de crisis) duikt dit album op. Misschien is er een Reper die het in de kast heeft staan en daarin de varkenspoten kan opzoeken.

     

    1640001.jpg

  4. 53 minuten geleden, Retardi zei:

    Nostalgie maakt van deze drol nog een smakelijk gebakje. 

    Is dat niet gewoon een algemeen kunstje in de stripwereld? Asterix.... Blake & Mortimer... De poep zit onder het glazuur.

  5. 1 uur terug, TDPB zei:

     

    Alle pagina's zijn ondertussen verkocht aan prijzen die rond de 2000€ liggen. Met een uitschieter van 3855€ voor de laatste pagina.

    De laatste pagina van de veiling, niet die uit het album. Het eindigt erg verdrietig, er is geen hoop meer. Ik zou nu wel willen weten hoe ik dat als kind heb gelezen, moet toch wel van slag zijn geweest.

  6. 1 uur terug, Ambreville zei:

    Werkt ook met Kikkerbillen. Er is niets mis mee met een bestaande grap in een verhaal te omkaderen.

    Voor het vervolg van de grap moet je de pagina omslaan. Omdat de baard van de grap onmetelijk is, zou je kunnen vermoeden dat Geerts er een draai aan geeft en aldus niet aan je verwachtingen voldoet, maar omdat Geerts vermoedelijk vermoedt dat de lezer dat zou kunnen vermoeden, kiest hij toch voor de klassieke oplossing van het pak slaag, hoewel hij had kunnen vermoeden dat de lezer dat uiteindelijk had kunnen vermoeden en in dat geval had hij er toch alsnog een draai aan kunnen geven. Maar misschien vermoedde hij dat ook wel en om dan toch voor de verwachte uitvoering te kiezen, getuigt van een groot lef.

  7. Even heel snobistisch als Hollander het Vlaamse goud promoten dat jullie blijkbaar onderwaarderen.  Onderstaand interview komt van Knacker Gert Meesters en dit is de bestelknop: http://www.bries.be/catalogue/comics/202/arsène-schrauwen

     

     

    Olivier Schrauwen: verover de wereld, verzin je opa

     

    Nog nooit klonk het wereldwijde gejubel voor Vlaams stripauteur Olivier Schrauwen zo luid als bij zijn nieuwste strip, Arsène Schrauwen, over het verblijf van zijn grootvader – maar dan niet echt, of toch niet helemaal – in Belgisch-Congo. En daarvoor hoeft hij zich nog niet eens buiten zijn keuken te wagen. ‘Het échte leven is wat er in je hoofd omgaat tijdens de afwas.’

     

    My Boy (2006), De man die zijn baard liet groeien (2010), Le miroir de Mowgli (2011): het zijn titels die zelfs bij fervente striplezers niet altijd een belletje doen rinkelen, ook al verzamelde Olivier Schrauwen (37) er prijzen en nominaties mee in heel Europa, waaronder drie nominaties voor beste album in Angoulême – geen slecht gemiddelde, met drie albums. Art Spiegelman (van Maus) noemde Schrauwen zelfs de origineelste stripmaker sinds Chris Ware (Building Stories) en Ben Katchor (De Jood van New York). Maar alleen De man die zijn baard liet groeien verscheen in het Nederlands, dus je moest als Vlaming al erg gemotiveerd zijn om Schrauwens ander werk te lezen.

     

    Arsène Schrauwen, het nieuwe boek van de Vlaamse Berlijner, pronkte over de plas al in verschillende eindejaarlijstjes, omdat het eerder al in het Engels verscheen. Schrauwen schreef het boek ook in het Engels, des te moeilijker omdat het toch aardig wat tekst bevat. ‘Ik besefte pas hoezeer ik daarmee in de problemen kwam toen ik het eerste deel al getekend had’, lacht Schrauwen. ‘En toen was er geen weg terug meer. Misschien is het misvorming door acht jaar Berlijn. Ik gebruik hier veel krom Engels.’

     

    Het kloeke verhaal van 260 bladzijden is een heel verschil met de korte stripjes uit zijn vorige boeken. Arsène bestrijkt het hele gamma van wonderlijk over ernstig tot grappig en de auteur toont zijn talent als verteller meer dan ooit tevoren. Het moge duidelijk zijn: we hebben bij bookmakers al ingezet op nieuwe nominaties voor internationale prijzen. Nu alleen nog duidelijk maken waarover het boek gaat.


    POGING 1 Volgens de psychedelisch vormgegeven cover gaat Arsène Schrauwen over Arsène, avontuur, liefde, architectuur, vrijheid, angst, het onbekende, niets, projectie, verwachting, nieuwe kennissen, fantasten en gevangenschap.

     

    OLIVIER SCHRAUWEN: Het valt gewoon niet kort uit te leggen. Ik heb het voor mezelf nog nooit duidelijk kunnen maken. Ik dacht er ook niet over na terwijl ik het boek tekende. Zo’n verhaal krijgt bij mij spontaan vorm.

     

    Misschien wil je ook niet dat je boek in drie lijnen samen te vatten is.
    SCHRAUWEN: Integendeel, dat zou handig zijn voor interviews. (lacht) Soms denk ik te weten waarover het gaat, maar twee dagen later ben ik al van mening veranderd. Ik heb nog nooit bewust een thema voor mijn boeken gekozen. Soms heb ik wel een idee, maar meestal heeft mijn onderbewuste andere plannen.
    Aan de ene kant vind ik het belangrijk dat een boek intuïtief ontstaat, omdat ik – zoals iedereen waarschijnlijk – heel benieuwd ben naar wat er in de krochten van de psyche omgaat. Een boek maken is een manier om daarin te graven. Aan de andere kant wantrouw ik mijn eigen intuïtie. Ik ben er niet van overtuigd dat die altijd interessant materiaal oplevert. Het blijft dus dubbel.

     

    Het onderbewuste en de fantasie zijn leuker dan het dagelijks leven?
    SCHRAUWEN: Voor mij is dat het echte leven. Wat er in je hoofd omgaat terwijl je de afwas staat te doen. (lacht)


    POGING 2 Arsène Schrauwen was de grootvader van Olivier. Wacht, eigenlijk kan dat niet juist zijn, want het was zijn grootvader aan moederskant. In elk geval raakte hij in Oliviers fantasie betrokken in een megalomaan Congolees bouwproject, een stad vol geschifte architectuur, midden in de jungle. Hij reed er rond in een amfibiewagen en nadien keerde hij braaf terug naar huis.

     

    In het boek is Arsène je grootvader, maar hoe echt is hij?
    SCHRAUWEN: Arsène was eigenlijk de vader van mijn moeder. Hij heette dus niet Schrauwen, maar Puype. Hij heeft een tijdje in Congo doorgebracht, maar niemand weet hoe lang precies. Hij vertelde er bijzonder weinig over. De invulling van zijn tijd ter plaatse heb ik dus verzonnen. Er zit wel iets van zijn persoonlijkheid in het boek. Zijn flauwe humor bijvoorbeeld. Veel mopjes begreep ik als kind niet en dus nam ik die heel serieus. De gebeurtenissen zijn totaal niet accuraat. Ik denk dat lezers dat ook heel snel zullen beseffen. (lacht)

     

    Arsène is een heel passief personage.
    SCHRAUWEN: Dat is een constante in mijn strips, dat hoofdpersonages weinig initiatief vertonen. Alleen de omstandigheden kunnen hen tot actie dwingen.

     

    Enige gelijkenis met de auteur?
    SCHRAUWEN: Bwa, dat is alleszins een aspect van mijn persoonlijkheid. Maar ik ben ook Marieke, de ondernemende vrouw op wie Arsène verliefd wordt.

     

    Veel thema’s in het boek waren ook actueel in Belgisch-Congo, zoals architectuur. Heb je je daarover gedocumenteerd?
    SCHRAUWEN: Mijn vader is architect en ik ben al vroeg geconfronteerd met zijn boeken over bepaalde belangrijke architecten, maar mijn verhuizing naar Berlijn acht jaar geleden heeft er veel mee te maken. De eerste versie van het verhaal heb ik bedacht toen ik hier pas woonde. Het project van de potsierlijke stad die de neef van Arsène in de jungle wil bouwen, is geïnspireerd door dingen die ik in Berlijn zag, zoals de Potsdamer Platz. Daar staan heel veel prestigeprojecten bij elkaar. Apart zijn dat allemaal mooie modernistische gebouwen, maar samen lijkt het een vreemd pretpark. Er komt niemand, behalve wat verdwaalde toeristen, dus het plein biedt meestal een doodse aanblik.

     

    Hadden de architecten die je via je vader leerde kennen in Afrika gewerkt?
    SCHRAUWEN: Nee, dat waren voor de hand liggende namen zoals Le Corbusier, mannen met veel verbeelding die hele steden wilden vormgeven. Ik vind het eigenlijk een heel aantrekkelijk idee om ergens waar nog niks is een stad te bedenken. Dat is ook op verschillende plaatsen geprobeerd. Brasilia is bijvoorbeeld een prachtige modernistische stad die nooit tot leven is gekomen. In plaats van een metropool waar mensen samenleven, is dat een spookstad geworden.

     

    Je boek speelt zich voor een groot deel in de jungle af, een weerkerend decor bij jou. Denk je dat je grootvader je interesse daarvoor heeft aangewakkerd?
    SCHRAUWEN: Ik weet niet precies wat het is. Misschien heeft het ermee te maken dat het zo’n eenvoudige setting is: alleen mens en natuur. Dat wordt automatisch een soort scheppingsverhaal. Ik teken niet speciaal graag dieren, maar ze komen altijd terug.

     

    Je bent zelf in Gambia en Tanzania geweest. Beïnvloedt dat de manier waarop je Afrika tekent?
    SCHRAUWEN: Een beetje wel. In Gambia heeft er twintig jaar geleden een staatsgreep plaatsgevonden. De dictator heeft er enkele prestigegebouwen laten zetten. Eén ervan is Arch 22, een soort enorm bombastische Arc de Triomphe. Dat soort monumenten heeft de vormgeving beïnvloed van de nieuwe stad die in mijn boek gebouwd wordt.


    POGING 3 Een jongeman raakt zo onder de indruk van zijn nieuwe omgeving dat hij zich in een kleine bungalow afsluit van de wereld, uit angst voor een parasiet die via de urinestraal het lichaam binnendringt. Later wordt hij verliefd op de vrouw van zijn neef. Hij wordt ook nog bijna verkracht door luipaardmannen.

     

    Sterke verhalen van kolonialen over parasieten en luipaardmannen heb je met zichtbaar plezier verwerkt. Parate kennis voor jou?
    SCHRAUWEN: De luipaardmannen kent iedereen wel. Mijn olifantsworm is dan weer een vermenging van een Zuid-Amerikaanse worm die inderdaad via de urinestroom het lichaam in kan zwemmen met een parasiet uit Afrika die elefantiasis veroorzaakt, waardoor het slachtoffer opzwelt. In mijn verhalen neem ik vaak twee dingen die niet noodzakelijk bij elkaar horen en ik versmelt ze tot iets nieuws.

     

    Was het een bewuste keuze om de Congolese bevolking letterlijk uit beeld te houden?
    SCHRAUWEN: Toen ik de tekst schreef, speelde ik er al mee dat Arsène de lokale mensen amper te zien krijgt. Het was een soort kat-en-muisspelletje. Dus kwam vanzelf het idee om dat door te trekken en ze in de strip bijna helemaal achterwege te laten.

     

    Dat zorgt voor een soort grappige dreiging: de blanken hebben totaal geen benul van waar ze in beland zijn.
    SCHRAUWEN: En zeker Arsène niet. Die is alleen bezig met zijn meest basale behoeften: eten, drinken, en zijn verliefdheid, natuurlijk. Ik vermoed dat de lezers zich in navolging van Arsène ook daarop zullen focussen en de lokale bevolking ook bij hen op de achtergrond komt. Zo worden ze bijna medeplichtig aan zijn desinteresse.

     

    Het feit dat ze zo nadrukkelijk uit het boek blijven, kun je als een statement over de kolonisatie lezen: de lokale bevolking is quantité négligable.
    SCHRAUWEN: In zekere zin is Arsène een avonturenverhaal. Een parodie, natuurlijk, maar toch ook een echt avonturenverhaal. Als je naar de Hollywoodversie daarvan kijkt, Indiana Jones bijvoorbeeld, dan wordt de lokale bevolking meestal voorgesteld als een meute. Of ze nu de held steunt of boos op hem is, het blijft een krijsende bende. Dat wilde ik te allen prijze vermijden.

     

    Is het in die zin ook een antwoord op Kuifje in Afrika?
    SCHRAUWEN: Dat was niet de bedoeling, maar ik heb die strip als kind misschien wel vijftig keer gelezen, dus het zou kunnen dat die onbewust in Arsène is geslopen. Lang geleden heb ik voor Vlaamse striptijdschriften nog verhalen gemaakt met een gruwelijk stereotiepe zwarte zoals in Kuifje in Afrika. Ook al was dat niet stigmatiserend bedoeld.
    Gaandeweg is dat verminderd. Volgens mij is dat de invloed van komiek Han Coucke. Die tapte als het typetje Han Solo politiek incorrecte moppen. Veel niet-racistische mensen in het publiek lachten omdat hij daarmee een grens overschreed. Filip Dewinter zat in de zaal en lachte om dezelfde reden, namelijk omdat de moppen niet politiek correct waren. Het is blijkbaar lastig om je voortdurend op een juiste manier te verhouden tegenover zwarten, moslims, gehandicapten, feministen, noem maar op. Een goeie foute mop kan dan wat comic relief brengen. Maar mij lijkt het beter om de ongemakkelijkheid die je tegenover andere bevolkingsgroepen voelt intact te houden.

     

    Het tweekleurige blauw en rood van Arsène doet denken aan de manier waarop de eerste Suske en Wiskes werden gedrukt. Is Arsène ook een reactie op de Vlaamse avonturenstrip?
    SCHRAUWEN: Ik zou nooit op het idee gekomen zijn om dat blauw en rood af te wisselen als ik nooit een Suske en Wiske onder ogen had gekregen. Maar ik wilde niet echt verwijzen naar die albums. Op de een of andere manier vind ik ze wel sympathiek, maar ik denk er niet verder over na.

     

    Het is het eerste boek waaruit duidelijk wordt dat je veel leest. Je noemt Amerika van Franz Kafka als invloed, Heart of Darkness van Joseph Conrad heb je duidelijk ook gelezen.
    SCHRAUWEN: Vroeger las ik veel romans. Nu lees ik vooral non-fictie. In die mate zelfs dat ik heimwee heb naar de tijd waarin ik op mijn gemak een roman kon uitlezen zonder op Wikipedia de achtergrond ervan te onderzoeken. Alleen door zelf een verhaal te bedenken kan ik nog eens helemaal opgaan in fictie.
    Het dwingende van een Hollywoodscenario vind ik bijzonder saai. De eerste akte vind ik nog de boeiendste, omdat daarin nog niet alles helemaal gedefinieerd is. In de tweede akte zit ik me al serieus te vervelen omdat je weet dat het verhaal maar twee richtingen meer uit kan gaan. Ik heb Arsène eerst als een nonsensverhaal in een boekje geschreven. Toen ik het begon te tekenen, heb ik veel overbodige verhaallijnen eruit gesneden, maar er ook een aantal behouden zonder dat ik zeker wist of ze ergens naartoe zouden leiden. Je worstelt daar een beetje mee terwijl je het vervolg moet bedenken, maar het is juist plezierig om spontane oplossingen te zoeken.

  8. 1 uur terug, lukoste zei:

    Ook in de reguliere strips meet ik me dat snobisme aan:

     

    Er zijn boekskes voor in bad (Rode Ridder, Kiekeboe, etc.). Deze mogen gerust eens door het badschuim geraakt worden.

    Fijne verhalen die bijlange geen opperste concentratie vereisen (Buck Danny, XIII, Largo Winch etc.).

    Pure vakmanstrips (mijn lijstje hierboven + gelukkig ook vele andere).

    Als we de 'fijne verhalen' en met name de titels die je noemt, het pure klassieke vakmanschap noemen en de titels uit je lijstje het uitgepuurde vakmanschap dan ga ik met je mee. Niet met die opmerking over 'geen opperste concentratie'. Veel titels uit je lijst lezen makkelijker dan de lange praatjes-bij-de-plaatjes die je onder fijne verhalen schaart. Maar dat is persoonlijk. En ik kan beide smaken.

  9. 4 minuten geleden, lukoste zei:

    Je hebt het knipoogje toch gezien neem ik aan? Dat wil zeggen dat ik het maar half meen 😉

     

    Verd.... Een forumgebruiker die zich het antipretentie-sentiment van de omgekeerde snobist aanmeet om een meta-situatie te creëren waarin een punt gemaakt wordt dat geen punt is maar een valkuil voor een oppervlakkige lezer. Kut maandagochtenden.

     

     

  10. En ik maar denken vanuit mijn Nederlandse bubbel dat Olivier Schrauwen een grote naam is in de Vlaamse bubbel...

     

    Ik merk wel op dat ik  klaar ben met het antipretentie-sentiment en er zelfs een beetje misselijk van wordt.  Zo'n terloopse opmerking van lukoste "hoogdravende beeldverhaaltjes"... Kom op, kunnen we niet afspreken dat dit omgekeerde snobisme tot niets leidt? Je wordt echt niet eerzamer door auteurs af te zeiken die de lat iets hoger leggen. Net zo min ik eerzamer wordt door op te merken dat je geen stripliefhebber kunt zijn als je in die termen over zo'n lijstje durft te praten. (Ik merk het hier niet op, maar ik denk het wel)

  11. 3 uren geleden, linthout zei:

     

    Maar het onderwerp is hier 'Suske en Wiske' en niet 'Het theekransje van de roddeltantes'! 🙂

    On topic dan. Wat een rare ophef over het varkenspotengrapje waarmee Geerts zijn nieuwe album begint. Staan niet al zijn albums (en niet alleen die van hem) vol met moppen-met-baarden dan? Ik vind het wel een gedurfde zet van hem om terug te keren met meteen maar de mop met de langste baard ooit. Slager, het schijnt dat jij varkenspootjes hebt... Tom Lanoye maakt die grap ook in zijn Slagerszoon met het brilletje. Moppen met baarden zijn het leukst, schrijft Lanoye, omdat je die zelf kunt afmaken en "er wordt altijd smakelijk om gelachen". 

  12. 16 uren geleden, linthout zei:

    Rechts...Links....Blank....Zwart....Hetero....Homo...Wat maakt het uit.

    Kijk naar die mensen hun werk en beoordeel dat zou ik zeggen.

    Natuurlijk maakt het uit, al was het maar omdat je later toch geen biografie wilt lezen over een saaie kwal die braaf zijn strips tekent en altijd vriendelijk is tegen zijn lezers? Foute kanten, ruige randjes en onhebbelijkheden ..... leuker om te lezen, ook leuker om fan van te zijn. Die striptekenaar - ik ga zijn naam niet noemen, maar iedereen weet over wie het gaat - die samen met leden van de bende van Nijvel schietoefeningen hield in de bossen van La Houssière,..... zo iemand is toch veel interessanter dan pak hem beet een Paul Geerts of een Eddy Ryssack?

  13. 4 uren geleden, Neat Stuff zei:

    Als reactie dat de recensent van Geekster 'poep' zou praten plaatste ik mijn gedachten over 'De Preutse Prinses',

    Zeg, wel lezen wat er staat hè:

     

    Quote

    De recensent praat poep. Omdat Geerts niet meer zo goed is als vroeger, werd het album niet wat het had kunnen zijn? Met andere woorden: het had een goed album kunnen zijn als Geerts net zo goed was als vroeger. Zo weet ik er nog wel een paar.

    Over de kritiek laat ik me niet uit, maar dit is een onzinredenering. 

  14. 3 uren geleden, esteban² zei:

    En iemand die foutloos tekent, is niet persé iemand die in staat is sfeervolle taferelen tevoorschijn te toveren. 

    Als iedereen vaak genoeg dezelfde fout maakt, wordt het uiteindelijk toegelaten. Officiële spelling is 'per se', maar 'persé' mag tegenwoordig ook. Verschrikkelijk!!!

×
×
  • Nieuwe aanmaken...