Ga naar inhoud

Peter Moerenhout

Members
  • Aantal items

    806
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Berichten die geplaatst zijn door Peter Moerenhout

  1. Net zoals jij het geweldig vindt, mag die Blacktiger het toch wel shit vinden ???

     

    Zeer zeker. Als je oplet heb ik het niet over de mening zelf maar de manier waarop ze geserveerd wordt. Het doel van een forum is toch dat we op gecivilliseerde wijze informatie delen en elkaar proberen te enthousiasmeren (of ontraden). Dat gebeurt doorgaans met voorbeelden, argumenten, enzovoort.

     

    "Ik vin da slecht" (en eigenlijk ook "Ik van da goe") dragen niets bij. Van "Gewoon pure flutstrips. de prijs van het papier niet waard." krijg ik persoonlijk niet echt een verlichtende epifanie in de trant van "Hij heeft gelijk godverdomme!"

  2. Driemaal raak

     

    Ik heb een boontje voor smallpress en uitgaven in eigen beheer. Niet alleen omdat het opnemen voor de underdog een menselijke reflex is, maar ook en vooral omdat auteurs in de luwte dingen kunnen maken en uitgeven die anders, uniek en origineel zijn. Grotere uitgevers zijn nu eenmaal banger voor financiële missers dan voor eenheidsworst. In de afgelopen weken vond ik drie uitschieters op mijn bord.

     

    Commissaris Moordenaar – Parket naar de maan, Deel 1: De Neinstein machine

     

    De figuur van Commissaris Moordenaar van Peter Brutin en Matthias Cruyssaert is al in vele gedaantes tot ons gekomen: Als vervolgstrip in Plots Stripmagazine (nooit afgerond), als uitgave in eigen beheer en nu, via smallpress uitgever Barcatproductions in een uitgave die het werk verdient.

     

    De eerste verhaallijn, die ik ooit hier besprak, werd uitgegeven op groter formaat, in twee delen en met tal van extra’s. Daar ga ik het hier niet over hebben want Brutin en Cruyssaert brachten ook meteen het eerste deel van een nieuwe verhaallijn uit: “Parket naar de maan, Deel 1: De Neinstein machine”.

     

    Alle ingrediënten uit de vorige delen zijn van de partij: een even grote als hilarische cast, absurde humor en grappige dialogen. Over de plot valt weinig coherents te vertellen omdat dit een eerste deel is. Er worden gigantisch veel verhaallijnen uitgegooid. Men kan daar als lezer bang van worden in die zin dat het vermoeden rijst dat de auteurs de draadjes niet aan elkaar zullen kunnen knopen. In het vorige verhaal deden ze dit echter met verve en slaagden ze erin alle opgegooide balletjes vakkundig weer op te vangen. Ik twijfel er niet aan of Brutin en Cruyssaert daar ook met dit nieuwe verhaal in zullen slagen. Meer nog: de ingewikkelde plotlijnen maken deel uit van het plezier deze reeks te lezen.

     

    Gelukkig proppen Brutin en Cruyssaert de strip vol genoeg met andere dingen waaraan de lezer heel wat plezier kan beleven. De dialogen en personages zijn zo grappig en aandoenlijk dat ik het verschillende malen op een proesten zette.

     

    De tekeningen zijn zeer expressief, wat bijdraagt tot het medeleven dat de lezer voelt met de figuren in deze strip. Figuren die, net zoals wij allemaal, eigenlijk een beetje sukkels zijn. Vooral de mannelijke figuren dan. De vrouwen in deze reeks zijn bijna zonder uitzondering slimmer, sexier en zelfstandiger dan hun tegenspelers.

     

    De tekeningen stralen een ambachtelijkheid en een sfeer uit die doet denken aan het beste dat de Belgische strip vroeger te bieden had. Er zit een soort knuddige, Belgische volksheid in die een onweerstaanbare uitwerking op me heeft.

    Bovendien zit de strip ook vol met verwijzingen naar Belgische monumenten: Guust Flater, Kuifje, enzovoort.

     

    Wat wil je nog meer als rechtgeaarde stripliefhebber?

     

    Norah Limoen – Het zijn de bonkermannen (2 delen)

     

    Tegelijk met de drie delen van Commissaris Moordenaar kwamen van Peter Brutin ook nog drie strips met solowerk uit. Eerst is daar “Glyff” een associatieve vertelling zonder woorden, hoewel mooi getekend en een interessante oefening valt daar weinig meer over te zeggen.

     

    Vandaar dat ik uw aandacht op de twee delen van “Norah Limoen” wil vestigen. In strikte zin is dit verhaal geen echte strip. Er vallen bijvoorbeeld geen tekstballonnen te bespeuren. “Norah Limoen” is een soort fabel geïllustreerd met meestal paginagrote tekeningen.

    Het verhaal begint met een gigantische kont die aan het firmament verschijnt boven de stad waarin Norah woont. Verschillende soorten mensen reageren op verschillende soorten manieren en wanneer de kont ook de kringspier begint te lossen gaan er heel wat poppen aan het dansen.

     

    Norah beslist op onderzoek te gaan en stijgt prompt ten hemel in haar vliegende huis. Dat huis illustreert meteen het fabelachtige karakter van het verhaal: huizen kunnen vliegen, konten kunnen plots uit de wolken tevoorschijn komen en verder stellen we ons daar geen vragen bij.

     

    Brutin gaat ver in het creëren van zijn eigen wereld. Achteraan het boek krijgen we een fictieve landkaart voorgeschoteld, hij verzint nieuwe manieren om de dag in te delen, en tal van fantasievol opgebouwde voertuigen, personages en maaltijden maken dat je bij elke nieuwe prent aangenaam verrast wordt.

     

    Brutin brengt met zeer fijne en vloeiende lijnen een sfeer teweeg die doet denken aan de illustraties bij oude sprookjes. Ook een trefzekere manier van arceren draagt hiertoe bij. Eén klein minpuntje wel: het is zeer spijtig dat de teksten niet handgeletterd zijn maar met de computer gedaan werden. Dat haalt je soms wat uit het verhaal.

     

    Wie nu denkt dat dit verhaal een flinterdun en vulgair sprookje is, is eraan voor de moeite. Brutin wordt nooit vulgair. Eerder lukt het hem om zeer veel allegorieën en metaforen in zijn verhaal te stoppen. De beste sprookjes en vertellingen zeggen iets over de maatschappij of op zijn minst over de mensheid in het geheel. Norah Limoen draait daar de hand niet voor om. Ik moest zelfs af en toe aan “Koning van Katoren” denken. Aangezien ik dat allegorisch sprookje in mijn jeugd toch een tiental keer moet gelezen hebben is dat een zeer groot compliment.

     

    A Shadowgraphic History

     

    Van een heel andere orde is “A Shadowgraphic History” van Rino Feys. In dit boek worden gags gebundeld met een hoofdpersonage dat verdacht veel weg heeft van de drukletter “R”. Om het allemaal nog wat moeilijker te maken beweegt R amper en lijkt hij (of zij?) niet te kunnen spreken.

     

    Het lijkt onmogelijk om met die premisse een goed boek te maken maar Feys weet te verrassen. Zijn gags draaien minder om het personage dan over het spelen met de vormelementen van het stripmedium en met licht filosofische overpeinzingen.

    Feys tast letterlijk de grenzen van het beeldkader af en speelt met de perceptie van de lezer. Dit alles in een zeer simpele tekenstijl.

    Laat u niet afschrikken door deze omschrijving, die misschien een arty farty boek doet vermoeden, “A Shadowgraphic History” is niet per se high brow of moeilijkdoenerij voor de moeilijkdoenerij. Ik durf zelfs stellen dat kinderen die veel strips lezen het grootste gedeelte van de gags zullen begrijpen.

     

    Verwacht echter geen luid opborrelende lach, eerder krijg je als lezer bij vele gags een soort Aha-erlebnis die een begrijpende glimlach op uw lippen zal toveren.

     

    Commissaris Moordenaar – Parket naar de maan, Deel 1: De Neinstein machine

    Peter Brutin & Matthias Cruyssaert

    Barcatproductions

     

    Norah Limoen – Het zijn de bonkermannen (2 delen)

    Peter Brutin

    Barcatproductions

     

    A Shadowgraphic History

    Rino Feys

    Eigen beheer

     

    Covers en prenten op mijn blog: http://petermoerenhout.be/2013/05/22/recensie-commissaris-moordenaar-norah-limoen-a-shadowgraphic-history/

  3. 100 x 32 = 3200 pagina's

     

    3200 / 96 

     

    --> 33,33 delen dus

     

    33,33 * 12.95 = schandalig duur

     

    In Amerikaanse comics zijn 10 van de 32 pagina's reclame en redactionele inhoud en dergelijke. Dus het is 100 X 22 = 2200 pagina's.

  4. Voor mij was het grootste genot de tekeningen en wat ze juist met die personages gedaan hebben. Ik vermoed dus dat ik deze strip met andere, nieuwe personages minder zou gevonden hebben.

     

    Maar dat doet er niet toe, want het IS geen strip met andere personages. Juist?

  5. Zo extreem heb ik het helemaal niet bedoeld. Als je aan iemand vraagt waarom hij nu Engelse woorden of uitdrukkingen gebruikt, zoals What the hell!, dan staat hij met zijn mond vol tanden.

     

    Het antwoord daarop is eigenlijk nochthans simpel: omdat dat op zo'n moment het eerste is dat in die persoon opkomt en omdat dat het meeste aansluit bij het gevoel van die persoon op dat moment.

     

    En hoe komt dat dan? Omdat die persoon veel Engelsche zaken hoort/ziet/leest. Niets mis mee. Het kan me aan mijn reet roesten.

     

    Verder is de slogan op deze cover inderdaad nietszeggend en hol. Dat stoort me dan weer wel.

  6. Droog

     

    Blij dat ik niet teveel weekbladen lees want met “Morgen is er weer een dag” valt er opnieuw een bundeling gags in mijn schoot die ik nog nooit gezien of gelezen had.  (Zie “Café Cowala”) Deze keer gaat het om pagina’s van Bart Schoofs die verschenen zijn in de rubriek “Samenleving” in Knack.

    Ik heb gedaan wat ik normaal nooit doe voordat ik een recensie schrijf: ik heb een stuk van een andere recensent gelezen alvorens mijn eigen stuk te schrijven. Onder het zoeken naar info over Bart Schoofs viel mijn oog op een andere recensie en voor ik het wist had ik ze tot mij genomen. Geen paniek echter, de mening van de schrijver staat haaks op de mijne... (Wordt vervolgd.)

     

    In “Morgen is er weer een dag” zijn er geen vaste hoofdpersonages. (daar gaat alvast de helft van het potentiële lezerspubliek) De strips van Shoofs zijn tranches de vie die uitgaan van doorsnee mensen, uitspraken en situaties. Schoofs vertrekt voor zijn strips te van iets banaal of ordinair, iets waar we dagdagelijks mee in contact komen. Iets dat we niet meer in vraag stellen omdat we het zo gewend zijn. Schoofs neemt daarmee echter geen genoegen. Hij neemt onderwerpen, clichés, typetjes en geijkte uitspraken en zaagt venijnig aan hun stoelpoten door ze het terrein van het absurde in te drijven.

     

    Ook nieuwerwetse toestanden waar de auteur het nut niet van inziet krijgen ervan langs: mental coaches, apps, Facebook, bloggen: allemaal moeten ze het ontgelden. Preciezer nog: de mensen die deze zaken op een debiele manier gebruiken moeten het ontgelden.

     

    Dat is de tweede laag die Schoofs over zijn strips uitsmeert: de gags blijken ook vaak te vertrekken vanuit dwaas gedrag van zijn medemens. Dat maakt de grappen, of althans het uitgangspunt van de grappen heel herkenbaar.

     

    De grote kritiek die ik in die andere recensie las wat dat Schoofs zijn publiek geen clous serveert. Naar mijn bescheiden mening beseft Schoofs dat zeer goed en streeft hij daar ook niet naar. (Ik vermoed dat hij wel weet wat clous zijn aangezien hij ook scenario’s voor Kinky & Cosy schrijft) De humor in “Morgen is er weer een dag” zit in de situatie, in de overdrijving, in de personages, in de droge beschrijvingen waarmee Schoofs zijn prenten lardeert. Soms kom je eens een clou tegen, maar dan zit die ergens middenin een pagina. Ik heb alleszins meer gelachen halverwege een pagina dan op het einde. (Daar gaat nog een kwart van het lezerspubliek.)

     

    Dit soort humor komt niet zoveel voor in de Vlaamse stripwereld, dat is waar, maar laat u alstublieft niet afschrikken. Dit boek is hilarisch. Ik moest af en toe zelfs aan het fantastische “In De Gloria” denken. Ook daar komt de humor voort uit de situatie en de personages en ook daar kreeg je niet altijd een clou op je talloor. (Een deel van het lezerspubliek dat wegliep begint nu toch weer te twijfelen)

     

    De tekeningen zijn vrij onopvallend en vrij simpel. Ze beelden vrijwel altijd gewoon uit wat er gebeurt. Er zit amper emotie in het lijn- en kleurwerk. Droog, rechtuit, stiff upper lip, wat perfect bij de humor past.

     

    “Morgen is er weer een dag” is voer voor de humoristische misantroop, voor de goedlachse mensenhater en voor diegenen onder ons die humor zonder clous kunnen behapstukken. U weet misschien nog niet eens dat u tot één van deze groepen behoort. Deze strip is de uitgelezen gelegenheid om dat eens uit te testen.

     

    In tegenstelling tot “Café Cowala” verschijnen de strips van Schoofs nog steeds wekelijks. We kunnen dus verwachten dat er ooit nog een bundeling verschijnt. Goed nieuws voor ons dus, goed nieuws voor slechte mensen.

     

    Morgen is er weer een dag

    Bart Schoofs

    Oogachtend

     

    De cover en prentjes op mijn blog: http://petermoerenhout.be/2013/05/02/recensie-morgen-is-er-weer-een-dag/

  7. Maar haar geboortedatum kan nooit 1945 zijn. Ofwel werd ze vroeger geboren en is ze 10 in '45 als ze nog niets tijdreisde. Ofwel werd ze later geboren en reisde ze naar 1945 op haar 10de. In 1945 kwam ze namelijk in'n album voor. 

     

    Inderdaad. Ik vrees dat dat eerder een door de uitgever vrij ondoordacht gekozen datum is. Ik peins dat ze, voor het gemak haar geboortedatum gelijkstellen met haar eerste verschijnen.

  8. 102 is Wiske trouwens niet geworden. Bij haar eerste verschijning in 1945 was ze toch al'n jaar of 10?

     

    Ze kan evengoed 27 of 32 of 47 geworden zijn. De brief vernoemt haar geboorte- en sterfdatum, maar dat wil niets zeggen. Als ze op pakweg haar 20ste naar bijvoorbeeld 2040 wordt gestuurd met de teletijdmachine, daar nog zeven jaar leeft en dan sterft in 2047, dan wordt ze maar 27 jaar oud maar is haar sterfdatum toch 2047.

  9. Ik vond die regeling in het begin eerlijk gezegd ook wat stijl. We moeten ons inderdaad geen illusies maken en denken dat er in het begin veel geld zal geschept worden.

     

    Maar er zijn vele dingen die in acht genomen moet worden:

     

    -Lid zijn van de Stripgilde heeft enkele zeer toffe voordelen dus het is alleszins geen weggesmeten geld.

    -Er wordt hier zeer hard aan gewerkt door mensen die daar heel veel tijd insteken en daar geen verloning voor vragen/krijgen.

    -Er liggen momenteel vele strategieën op tafel om de opbrengst voor de publicerende auteurs te maximaliseren. (Onder andere het zo snel mogelijk publiceren in andere talen)

     

    Realistisch bekeken zal iemand die bijvoorbeeld één strip van twee pagina's publiceert in een periode van 6 maanden nooit aan die 50 euro geraken. Maar die heeft dan wel het lidmaatschap van De Stripgilde en bijhorende voordelen op zak aan een deftige korting.

  10. U weet het of u weet het niet, maar de Vlaamse Onafhankelijke Stripgilde is van plan om in september 2013 twee digitale magazines op de wereld los te laten.

     

    Daarvoor zijn we op zoek naar zoveel mogelijk rechtenvrij en publiceerbaar materiaal. Hierbij een beknopte uitleg aangaande wat je juist moet doen als je gepubliceerd wil worden, onze werkwijze en over de magazines zelf natuurlijk…

     

    De magazines

     

    -Strike wordt een magazine voor het hele gezin. Stroke wordt het iets volwassener en meer literaire magazine.

     

    -Elk magazine zal om de twee weken verschijnen zodat er elke week een nieuw exemplaar van één van de twee magazines zal uitkomen.

     

    -De magazines zullen elk ongeveer dertig pagina’s strips bevatten.

     

    -We zijn van plan om publicatie voor de publicerende auteurs interessanter te maken door links naar jullie websites, blogs, flickrs, enzovoort te publiceren. Ook een korte bio en/of bibliografie behoren tot de mogelijkheden.

     

    -Er worden momenteel allerlei publicatiemogelijkheden beken. De Apple Store is daar één van, maar we willen ons zeker niet beperken. Andere stores zijn ook in de running.

     

    -Om zoveel mogelijk te verkopen worden ook pistes onderzocht om in andere talen te publiceren. Maar dat zal sowieso niet voor meteen zijn.

     

    De verloning

     

    -De publicerende auteurs krijgen een percentage van de opbrengst van elk verkocht exemplaar. Dat wil dus zeggen dat je vanaf het eerste verkochte exemplaar wordt betaald.

     

    -De verkoopsprijs en de verdeling van de opbrengst liggen nog niet vast. Sowieso moet er een deel naar de digitale winkel gaan en een deel naar de ontwikkelaars van de app waarin het magazine wordt aangeboden.

     

    -Om de zaken simpel te houden worden de royalties om de zes maanden uitbetaald. We bekijken hoeveel exemplaren van alle nummers die er verkocht werden in zes maanden tijd en delen de opbrengst door het aantal strippagina’s.

    De opbrengst per pagina zal dus voor iedereen die in die zes maanden publiceerde dezelfde zijn.

     

    Hoe publiceren?

     

    -Stuur je strip naar Marcel Rouffa (marcel.rouffa@gmail.com) voor Strike en naar Peter Moerenhout (salonstrips@hotmail.com) voor Stroke.

    Let op, de redactie beslist in welk magazine de inzendingen worden gepubliceerd. Er wordt je daarvoor uiteraard wel eerst toestemming gevraagd.

     

    -Je inzending mag in de vorm van een PDF of JPEG bestanden en heeft een resolutie van minstens 300 DPI.

     

    -Vervolgverhalen of langere verhalen die gesplitst kunnen worden zijn welkom.

     

    -Als je je strip ook in het Engels (of andere talen) hebt dan mag je die meteen ook meezenden.

     

    -Is je verhaal reeds gepubliceerd geweest, laat ons dan weten in welke vorm of in welk blad.

     

    -Je vermeld alles wat je belangrijk lijkt, waaronder je naam, eventueel pseudoniem, je adres, je bankrekeningnummer, de titel van de strip, eventuele links naar je website die je graag vermeld ziet, een biografie van maximaal 5 regels, …

     

    Lid worden van De Stripgilde

     

    -Omdat dit een blad van De Stripgilde is, bedoeld voor leden van De Stripgilde mogen enkel leden publiceren in de twee bladen.

     

    -Lid worden van De Stripgilde kost 50 euro per jaar.

     

    -U hoeft niet de Belgische nationaliteit te bezitten om lid te worden: iedereen is welkom.

     

    -U kan via deze link: http://www.stripgilde.be/over-de-stripgilde/ meer lezen over wat De Stripgilde juist voor u kan doen en wat lidmaatschap juist betekent.

     

    -U hoeft uw lidgeld echter niet op voorhand te betalen. Omdat wij beseffen dat 50 euro een aardig bedrag is stellen wij een unieke regeling voor:

     

    • Van zodra uw strip gepubliceerd wordt bent u effectief lid van De Stripgilde.
    • Uw lidgeld wordt afgehouden van uw royalties.

     

    Op deze manier hopen we ons engagement en geloof in deze twee bladen uit te drukken.

    Als u bijvoorbeeld niet veel werk publiceert en uw royalties de kaap van de 50 euro per jaar niet overschrijden, dan bent u wel lid van De Stripgilde en kunt u wel van alle voordelen genieten.

     

    Als u nog vragen heeft dan kan u die stellen aan de redacteurs.

     

    We kijken reikhalzend uit naar uw bijdrage!

  11. Dit is wel enigzins verontrustend en bevestigt een vermoeden wat ik al de laatst tijd heb. De Europese strip gaat er langzaam uit. Vrijwel altijd als ik in mijn SSZ sta wordt er naar comics gevraagd. Vooral mijn generatie schijnt niet meer geinteresseerd te zijn in Franco-Belgische strips en enkel in comics. En dat weerspiegelt denk ik in deze cijfers. Maar misschien heb ik het helemaal bij het verkeerde eind. Ik ben tenslotte geen expert in dit soort zaken.

     

    Eventjes los ertussen smijten: Op de comicmarkt is de dalende lijn per titel ook al een hele tijd geleden ingezet.

  12. Lekker gek

     

    Ik lees amper populaire magazines en overweeg mijn abonnement op Humo zelfs op te zeggen nu dat blad al geruime tijd deemoedig het hoofd gebogen heeft voor commerciële broodheren en in plaats van te strijden tegen de verkleutering er de deuren net wijd voor open gezet heeft. Café Cowala, dat in P-Magazine verscheen, kende ik dus niet. “Verscheen” inderdaad, want sinds september 2012 heeft de redactie deze strip er uitgebonjourd. Een verlies voor hun lezers, me dunkt.

     

    Dit eerste verzamelalbum is dus mijn eerste kennismaking met een bont allegaartje personages. Dat valt meteen op: er bestaan niet echt hoofdrolspelers in deze gagstrip. Café Cowala blijkt een verzamelplaats voor allerhande kleurrijke (en dat mag u letterlijk nemen) en antropomorfe mensdieren: een sukkelige eend in trainingspak die krampachtig probeert om een sexy honddame te versieren, een varkenskleuter die met zijn vriendjes vrij absurde daden placht te stellen, een driegeslacht, dat de generatiekloof op komische wijze toelicht, enzovoort. Allen gebonden door de lijm van het café waarvan sprake. De uitbater daarvan, die uiteraard een “cowala” is, lijkt vaak het enige normale personage, de straight man waarop het publiek zichzelf kan projecteren en die nodig is om aan de grappen een kader of vaart te geven. De Luc Verschueren tegenover Jaques Vermeiren, zo u wilt.

     

    Meestal zijn er in dit soort albums minder goede, middelmatige en geslaagde gags te vinden maar tot mijn grote plezier moest ik vaststellen dat het aantal zeer geslaagde grappen hier voluit in de meerderheid is. Soms zijn die aangebrand of plat, maar nooit vulgair. Het cartooneske uiterlijk van de hoofdrolspelers draagt daar waarschijnlijk veel toe bij.

     

    Bruno De Roover, geestelijke vader, haalt de mosterd voor zijn gags uit een veelvoud aan onderwerpen: popcultuurfiguren als de zeven dwergen, de smurfen en Spider-man passeren de revue, maar evengoed kan een oud kinderliedje de aanleiding zijn tot een geslaagde pointe. De Roover let erop geen al te absurde grappen te maken en slaagt erin steeds een menselijk element in zijn gags te steken. De meeste grappen kunnen bogen op voor elkeen herkenbare gevoelens en situaties en dat maakt dat deze strip bij de lezer natuurlijk vlotjes binnenkomt.

     

    De Roovers opzetjes zijn vrij klassiek. Voor sommige grappen stoft hij zelfs de regel van drie die we vaak in cafémoppen tegenkomen af. U weet wel: iets vreemds gebeurt drie keer of een vraag wordt driemaal gesteld en bij de derde keer komt de pointe. Gelukkig weet De Roover dat gegeven fris te houden en het cliché te mijden of naar zijn hand te zetten. Dat Heineken pisbier is weten we bijvoorbeeld allemaal, maar De Roover weet het op originele wijze te benadrukken.

     

    Ook de paginaopbouw is van klassieke aard: meestal zes of negen prentjes, naargelang wat er nodig is voor de mop. De Roover houdt nogal veel hetzelfde camerastandpunt aan om een grap te vertellen. Initieel vond ik dit een minpunt omdat de achtergronden vaak heel leeg, of soms zelfs totaal wit zijn en ik dat als luiheid van de tekenaar ervoer. Later begonnen die grafische herhalingen echter een min of meer hypnotiserend effect te sorteren. Ze speelden alleszins in op mijn neurotische voorkeur voor geordende toestanden en symmetrie. Dat dan weer wel. En zeer gedetailleerde tekeningen leiden wellicht af van waar het om gaat: de grap.

     

    Dat het café slechts een aanleiding en verzamelplek is om het over alles te hebben wat De Roover bedenkt maakt het geheel ook aangenaam afwisselend. Iemand die bijvoorbeeld met een afgezaagd humoristisch personage als Jezus Christus nog originele grappen weet te maken kan op mijn goedkeuring rekenen. U zult zich niet snel vervelen.

     

    Dat er een nummer op de cover staat is goed nieuws. Dat “Café Cowala” zes jaar gelopen heeft in P-Magazine ook. We kunnen dus stilletjes hopen dat er nog een 5-tal albums op stapel staan en dat die zo hard verkopen dat De Roover nieuw materiaal kan beginnen tekenen. Tournee Générale!

     

    Café Cowala

    Bruno De Roover

    Ballon Media

     

    Plaatjes en de cover op mijn blog: http://petermoerenhout.be/2013/04/17/2246/

     

  13. Censuur blijft censuur. Auteurs moeten nu op zo'n manieren verkopen, om nog aan de bak te komen. De markt is niet meer wat ie geweest is. Dus alle macht licht bij Apple in dit geval. Ja er is een charter, maar als ge nog wilt verkopen, dan moet ge censureren. Ik vind dat wansmakelijk.

     

    Ik ook maar zoals zo veel mensen hier al aangehaald hebben: als je niet wil via Apple dan moet je niet. Natuurlijk is het niet plezant dat je om een groter publiek te bereiken je werk zou moeten censureren maar het is wel een realiteit en ik vind het nogal goedkoop om achteraf te klagen over iets waarvan je op voorhand wist hoe het zat.

     

    Het staat Apple nog altijd vrij om zelf te bepalen wat ze willen verkopen, zelfs al vinden wij dat bekrompen en niet zo leuk. Hen verplichten om bepaalde dingen te verkopen zou even erg zijn.

     

    Iemand gelijk Vaughn zou moeten voortrekker zijn van het zelf opbouwen van een publiek los van Apple. (Wat hij ook doet met een andere comic, check de draad "Brian K. Vaughn" maar eens) Maar hij kiest vooralsnog voor "Saga" voor de financiële zekerheid van verkoop via Apple. Dan moet hij daar hun regels maar bij nemen of zijn comic onder het 18 + label verkopen. Wat ik hier trouwens, onder de heersende wetten en normen en niet persoonlijk, terecht zou vinden.

  14. Charter of niet, censuur blijft censuur.

    Apple fans. tsk. :e007:

     

    Correctie: als auteurs willen publiceren via apple en dus die charter zouden moeten lezen en er impliciet mee akkoord gaan dan gaat het slechts om een herinnering aan de auteurs om de afgesproken autocensuur in acht te nemen.

     

    (Ik ben trouwens niet per sé voor Apple of Windows, ik heb een Ipod maar typ dit op een PC met Windows en heb met beide fabricanten al ongeveer dezelfde stomme shit meegemaakt. Dat Apple - Windows gedoe is koude kak, te vergelijken met het Beatles - Rolling Stones gedoe tientallen jaren geleden. Ook toen al wist de ware liefhebber en de normale, niet geïndoctrineerde fan de voor -en nadelen van beide zijdes te onderscheiden van elkaar in plaats van blindelings met een vaandel te staan zwaaien ter meerdere eer en glorie van "hun" groep en ter (ingebeelde) scha en schande van de tegenstander.)

  15. Ik ben geen preutse jongen en zou deze prenten overal toestaan maar binnen hun charter hebben de Apple jongens wel gelijk. dit gaat niet over een stukje bloot maar over expliciet pijpen.

     

    (Net als ze gelijk zouden hebben binnen hun charter indien ze expliciet beffen, minollen of het stimuleren van de vulva met tong of mond zouden censureren.)

  16. Dat was ook mijn eerste idee - zeker met die gedode boef in de trailer - maar die linkerhand van Krimson en de wijze waarop de onamtopee geschreven is, deed me van die piste afstappen.

     

    Je hebt gelijk. Ik zat even in mijn hoofd met de stijl die Stedho gebruikte voor De Zusjes Kriegel. Maar het is idd hem niet...

×
×
  • Nieuwe aanmaken...