Jagers-verzamelaars die nog geen Getekende Reep hadden om existentiële vragen te moeten beantwoorden.
Voldoening gevend, dat zeker, maar tegelijk ook ondraaglijk licht.
Als historicus heb ik wel eens onderzoek gedaan naar het cyclisch bestaan van onze voorouders in plattelandssamenlevingen - een leven op het ritme van een gezins- en levenscyclus, maar ook doorheen generaties - en ik kwam telkens weer bij antropoloog John Berger uit: de mens "... heeft in wezen een cyclisch tijdsbesef. De twee bewegingen [naar het verleden en naar de toekomst] zijn verschillende manieren om een cirkel te beschrijven. Hij accepteert de opeenvolging der eeuwen zonder die te verabsoluteren. Degene met een rechtlijnige opvatting van tijd kan niet overweg met een cyclisch tijdsbesef: dat veroorzaakt morele desoriëntatie, aangezien al zijn morele noties gebaseerd zijn op oorzaak en gevolg. Wie een cyclisch tijdsbesef heeft kan gemakkelijk de conventie van een historische tijd accepteren, namelijk als het spoor van het rondwentelende rad."