Ga naar inhoud

TDPB

Members
  • Aantal items

    7.292
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Alles dat geplaatst werd door TDPB

  1. Het materiaal waarmee het uitgewerkt wordt, zorgt voor het grootste verschil. Dodier! Zijn Gully was indertijd een van de leukste Dupuis-strips.
  2. Voor mij zijn dat toch meer twee uitersten van dezelfde stijl (maar dat is bij Dupré eigenlijk ook het geval).
  3. In vlaanderen: Vandersteen, Nys, Leemans, Dupré, Broeckx...
  4. Het is geen opdracht. Het is een "verzoek". Of dat zou het toch moeten zijn.
  5. Natasja is af en toe ook wel eens sf. Eigenlijk heeft Walthery behoorlijk veel bestaande verhalen bewerkt tot Natasja-strips. Romans en kort verhalen en oude strips en zo. Hij moet een van de weinige zijn die dat deed. En ook een van de weinige die zo vaak van scenarist wisselde. De enige andere naam die me nu te binnen schiet is Morris.
  6. Ja, zo werkt dat. Geerts zal al schrijvend bedacht hebben dat het leuker zou zijn om het verhaal op een andere planeet te situeren. Ondertussen bleef dat idee van een verhaal ten tijde van de oude grieken sluimeren, om een paar albums later tot wasdom te komen. Ik heb net nog een scenario uitgewerkt dat 15 jaar geleden werd geschreven, maar toen volledig herwerkt werd naar iets helemaal anders. Een andere keer werd een scenario opgesplitst naar twee verschillende verhalen. Die dingen gebeuren dus zeker. En de kans dat ze bij studio Vandersteen pagina's tekenden om ze dan te vervangen door iets anders lijkt me héél miniem. Dat is verloren werk, tijd en geld.
  7. Van sommige stripalbums werden de covers al gemaakt (want die moesten in de aankondigingsfolders staan) zonder dat er een scenario was.
  8. Niemand heeft dat ooit beweerd, he. Maar als je zonder vooraf uitgeschreven scenario werkt kan een verhaal natuurlijk alle kanten uitgaan.
  9. tuurlijk wisten ze dat niet. Maar als ze zelfs al de basis van hun personages vergeten... Piet Pienter bijvoorbeeld werd voorgesteld als uitvinder-ingenieur. Dat werd al vlug compleet genegeerd.
  10. Ah, Pom (ook al zo iemand die begon als een Hergé-imitator), die maakte tenminste werk van zijn plotjes, maar hij scheen wel vlug vergeten te zijn dat Bert Bibber een immigrant is uit een of ander Oostblokland en dat Susan een rijke Amerikaanse was. Qua langlopende verhaallijnen is hij op dat vlak ook gebuisd.
  11. Nou nou, je doet alsof het over de verre prehistorie gaat. Hier en daar zijn er een paar dingen in de vergetelheid geraakt, maar het blijft een feit dat er in de jaren '30 en '40 enorm weinig stripalbums verschenen in België. En dat Kuifje de populairste strip was. En dat vele stripmakers vanaf de jaren 40 dus automatisch beïnvloed werden door wat Hergé deed . Veel strips uit die periode, zelfs van latere grootmeesters als Jijé, waren overduidelijke kopieën van de stijl van Hergé. Dat betekent niet dat Hergé de eerste of de enigste of de beste was of dat hij niet beïnvloed werd door anderen, maar hij was in onze gebieden wel de grootste ( net zoals popgroepjes later allemaal door de Beatles beïnvloed werden, ook al waren die zelf ook niet de eerste en hebben die ook het warm water niet uitgevonden). En inderdaad, zolang strips enkel in dagelijkse of wekelijkse afleveringen werden gepubliceerd was de plot niet zo heel belangrijk (zie bvb ook Segar die met zijn Popeye een van de eerste was die langere verhalen maakte, maar dat ook zonder al te veel structuur deed). Natuurlijk wisten mensen toen ook al wat een goed verhaal was. Romans en theater bestonden al eeuwen, films waren ondertussen ook al behoorlijk volgroeid, dus men wist hoe men een verhaal moest vertellen. Maar zolang strips niet gebundeld werden in albums, was een goed verhaal niet het belangrijkste in een strip. Het eerste album van Kuifje verscheen in 1930 (toen bestonden er al 17 albums van Bécassine, maar ik heb die nooit gelezen en heb dus geen idee hoe fragmentarisch die waren. Volgens wikipedia werden die vanaf 1913 iets meer gestructureerd maar afgaand op de titels waren dat meer vage thematische verhalen). Tegen 1944 waren de helft van alle Kuifje albums al gemaakt. Het eerste tweeluik was al in albumvorm verschenen en De zeven kristallen bollen, het eerste deel van het tweede tweeluik, al voorgepubliceerd. Als je dat vergelijkt met de fragmentarische strips die toen nog in Robbedoes verschenen... Pas in 1951 verscheen Er is een tovenaar in Rommelgem, het eerste echt lange Robbedoes en Kwabbernoot-verhaal (het eerdere Robbedoes op avontuur-album van Jije was nog een typisch 'we beginnen en we zien wel waar we uitkomen'-verhaal). Om verder te vergelijken: eerste Blake en Mortimer: voorpublicatie in 1946, album in 1950. Eerste Alex vanaf 1948, eerste Buck Danny ook 1948. Tegen dan was de basis gelegd en moest een (Waalse) strip aan bepaalde verwachtingen voldoen. Technisch gezien (zoveel prentjes per pagina, zoveel pagina's per album) en vooral ook inhoudelijk. Zomaar wat aanmodderen kon niet meer. Tenzij je strips voor de Vlaamse krantenmarkt maakte. Want daar was de dagelijkse publicatie nog steeds het belangrijkste aspect. En dat is nog héél lang zo gebleven.
  12. Maar niet als je het vergelijkt me de beginjaren van andere klassieke reeksen uit die tijd. Waarvan er natuurlijk heel weinig zijn. En ook als je wat later gaat kijken, bij bvb de beginjaren van het weekblad Robbedoes, was de manier van werken ook nog steeds hetzelfde: wekelijkse episodes met een vage rode draad. Robbedoes zelf, Baard en Kale, zelfs de eerste verhalen van Jan Kordaat... De latere klassiekers, van na de jaren '40, hadden ondertussen al een tiental Kuifje-albums als voorbeelden. Die wisten dat het loonde om op voorhand een beetje na te denken over een verhaallijn.
  13. Het ziet er naar uit dat je niet goed weet wat een deus-ex-machina is. In het geval van die ufo wordt dat al twintig pagina's op voorhand aangekondigd met verschillende hints. Haddock doet in De Krab vanaf het begin mee, ik zou niet weten wat daar zo deus-ex-machina aan is. Kan je evengoed zeggen dat Kuifje gebruikt wordt om het probleem op te lossen. Idem voor de Zwarte Rotsen. De Janssens duiken daar op het einde op, maar ze zitten al het hele verhaal achter Kuifje aan, dus zo vreemd is dat niet.
  14. Maar Hergé staat sinds die eerste albums wel bekend als iemand die heel nauwgezet werkte en goed nadacht over alles wat hij deed. Desondanks kon hij een verhaal omgooien als er zich een beter idee aanbood. Net zoals Franquin kon hij niet werken met scenario's van anderen omdat alles dan al teveel vast lag. Ik denk niet dat Greg veel plezier beleefde aan zijn samenwerking met beide heren.
  15. TDPB

    Suske En Wiske

    Ik denk niet dat ik al wist dat ze in Nederland een tijdje teksten onder de stroken hebben toegevoegd (zoals ze daar gewoon waren).
  16. Sinds ze doorhebben dat 44 pagina's een beetje weinig is als je eens een lekker uitgebreid epos wilt vertellen? (zie ook de dubbelalbums van Hergé en Jacobs).
  17. Het is geen geheim dat mensen als Vandersteen of Sleen of Franquin of zelfs Hergé of recenter bvb Martin Lodewijk of Hec Leemans etc aan een verhaal begonnen zonder te weten waar het hen zou brengen. Meestal is er wel een vaag idee van wat er kan gebeuren, maar soms leidt de inspiratie van het moment of documentatie die plots opduikt of de actualiteit naar andere wegen. Als het voor sommige stripmakers voor één album al zo lastig is om vast te houden aan een vastliggend idee, hoe onmogelijk moet dat dan niet zijn voor langlopende reeksen? Er zijn ongetwijfeld scenaristen die ver vooruit plannen. Maar neem maar van mij aan dat je een goed idee niet weggooit omdat het niet past in een concept dat je jaren geleden bedacht en waarvan niemand anders op de hoogte is. Het is gemakkelijker en bevredigender om je concept aan te passen.
  18. Ja, heel veel Vlaamse krantenstrips werden min of meer al makend geïmproviseerd. Het Rijmende paard is zo'n typisch Vandersteen-voorbeeld. Eerst smokkelt Krimson gewoon boter, daarna zijn dat opeens diamanten, en tegen het eind van het verhaal lijkt Vandersteen zich te herinneren wat de titel van het verhaal is en begint dat paard plots te spreken. Ik heb het nog meegemaakt dat een verhaal al in de krant liep en dat de scenarist in kwestie pas na 10 pagina's wist wat hij met het verhaal wou doen. Ik meen me te herinneren dat er zeker aankondigingsstroken van S&W of Nero zijn waarop er dingen staan die niet in de albums voorkomen. Minstens één keer ging dat om een personage (maar vraag me nu niet om een specifiek voorbeeld).
  19. Je mag ervan uitgaan dat verhaallijnen zelden voor langere tijd vaststaan. Als de makers van bvb de laatste (én de eerste) Star Wars trilogie maar wat deden, gaan makers van decennia-lang lopende stripreeksen niet veel beter zijn. Je begint vaak met een idee, maar al schrijvend komen er andere, al dan niet betere, ideeën. Het zou zonde zijn om die niet te gebruiken gewoon omdat je er zoveel jaren geleden, bij het begin van de reeks, nog niet aan dacht. Nog een voorbeeldje uit de tv-wereld: toen Doctor Who begon wist geen enkele van de makers dat het hoofdpersonages later bekend zou staan als een regenererende time-lord van de planeet Gallifrey.
×
×
  • Nieuwe aanmaken...