De kerkgangers (Ben Gijsemans)
Toen Gijsemans bijna acht jaar terug debuteerde met Hubert was ik bijzonder onder de indruk van zijn talent om zonder al te veel woorden een fijnbesnaarde over een weinig opzienbarende mens met een eerder alledaags leven strip te maken. Ook in De Kerkgangers kijken we mee binnen bij twee opgroeiende tienerbroers zoals ik er in 1994 velen kende. Het verhaal speelt zich af in een universum dat ik erg goed ken: ik werd zelf 17 in het Vlaanderen van 1994. Kerkbezoek had ik toen al opgegeven, zoals iedereen van mijn leeftijd.
Maar goed, eigenlijk gaat dit niet over toen en daar en kerkbezoek. Wat we te zien krijgen zijn twee broers, de ene volop in de puberteit, de ander daar net voor. De grote vakantie wordt grotendeels bij de grootouders doorgebracht, de verveling is niet te harden, de communicatie met elkaar en met de ouders en grootouders verloopt stroef. Puberteit, qoui?
Gijsemans vertelt geen spannende verhalen, de belevenissen en emoties van de personages zijn vrij universeel, ondanks de concrete plaats en tijd waarin hij zijn verhaal zet. Als veertiger met twee tienerkinderen denk ik bij het lezen vooral 'Jongen, ik weet dat het nu erg lastig is, maar dat komt allemaal wel goed.'
De tekeningen zijn zwart wit, gedrukt als op een stencil-machine zoals er in de scholen van het Vlaanderen van 1994 vast nog stonden. Spuuglelijk, maar volledig in lijn met de inhoud. Degelijk, maar zeker geen spek voor ieders bek.